thinglink
- dideborst1997
- 29 apr 2016
- 3 minuten om te lezen
Vandaag hebben we in de les gewerkt met de leerlingfasen van Parson.
De fasen geven een ontwikkeling aan in hoe mensen een beeld beschouwen. Er zijn 5 fasen te onderscheiden die uit elkaar voortvloeien. Je kunt geen fase overslaan. De manier van beschouwen veranderd van egocentrisch naar een maatschappelijk bepaald oordeel en dan naar een universeel standpunt. Niet iedereen komt tot in de laatste fase. Door onderwijs kun je in een volgende fase komen. De fasen zijn als volgt:
fase 1: In deze fase ben je vooral erg geĆÆnteresseerd in beelden die je herkend uit je eigen leven.
fase 2a: In deze fase kun je je aandacht langer bij een beeld houden en kun je de hoofdkenmerken ervan benoemen. Je herkent de vormen en kunt deze benoemen. In deze fase kun je abstracte kunst nog goed waarderen zolang je er maar iets in kunt herkennen.
fase 2b: In deze fase ga je ook kijken naar de details in een beeld. kinderen kunnen benoemen wat iemand doet, water mis of juist goed gaat en waarom iemand iets zou doen op een beeld. Je kunt verbanden leggen en de aandacht blijft langer. In deze fase wil je dat beelden zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Kinderen gaan er in deze fase vanuit dat iedereen dezelfde beleving heeft als zij hebben.
fase 3: Je accepteert dat een beeld niet volledig natuurgetrouw is. Je kunt vertellen wat voor gevoel een beeld oproept en je kunt je inleven in het onderwerp van het beeld. Je begrijpt dat de maker een gevoel en een expressie in het beeld gelegd heeft. Je accepteert dat realisme in een beeld kan wijken ten behoeve van de expressie. Je begrijpt dat niet iedereen dezelfde mening deelt.
fase 4: In deze fase ben je gericht op de formele kwaliteit en de stijl van het beeld. Je bent je bewust dat de betekenis besloten ligt in het medium zelf en je doet er onderzoek naar. Je kunt een esthetische ervaring beleven door de vorm van het beeld en die delen met anderen.
fase 5: Je beseft je in deze fase dat de betekenis van een beeld afhangt van de context vanuit de maker en beschouwer. Het esthetische oordeel van een beeld krijgt nu een sociaal, intellectueel en moreel karakter.
Als je met de kinderen in je klas een beeld bespreekt, kun je verschillende soorten vragen gebruiken. Het is belangrijk dat er een logische opbouw zit in je dialoog en dat je geen vragen stelt die gericht zijn op de beschouwer. De volgorde van je vragen moet als volgt zijn:
startvragen: Leidt tot betrokkenheid bij thema en activeren van voorkennis. Stel geen vragen als: 'Wat zie je?' of: 'Wat valt je op?' Deze vragen zijn te breed.
onderzoeksvragen: Beschrijven van de voorstelling door het benoemen van de de titel, het beeld en dergelijke.
analyse vragen: Leidt tot conclusies op grond van waarneming en kennis van een beeld. Wat betekend alles? Bespreek het onderzochte.
speculatieve vragen: Hierbij ga je speculeren over dingen die je niet zeker weet. Je bedenkt waarom iemand in een beeld een bepaalde handeling verricht of hoe iets gaat aflopen.
oordelende of concluderende vragen: Bij deze vragen vorm je een oordeel of een conclusie over het beeld.
Met deze kennis in ons achterhoofd zijn we aan de slag gegaan. We kozen een beeld uit. We kozen het beeld van de film 'turbo'.
https://www.thinglink.com/scene/782552386173403138
onderstaande link leidt naar ons eindresultaat.
Helaas lukt het mij niet om dit als een mooi plaatje op deze blog te zetten.
Toen wij ons plaatje met vragen maakten hadden wij niet zelf ingelogd, maar zaten wij op het account van de mensen uit de klas die voor ons met thinglink aan de slag waren geweest.
Wij verwachtte dat alle kinderen al wel eens een slak hebben gezien en dat ze weten dat slakken langzaam zijn. Wij verwachtten dat de kinderen weten wat 'turbo' betekend. Wij verwachten dat de kinderen zien dat de slakken eruit zien als raceauto's. Wij verwachten dat de kinderen de scheuren in het asfalt en de lichten op de weg zien, die de snelheid van de slakken laten zien. Wij verwachten dat de kinderen denken dat de slak die het grootst is en in het midden staat de hoofdrol heeft. Verder gingen wij er ook vanuit dat de kinderen denken dat de slakken gaan racen in de film. We hadden geen specifiek antwoord bedacht op de vraag wie er gaat winnen. We zijn daarbij vooral benieuwd naar de argumentatie van de kinderen.
Comments